Tool 1 – Welgevormde doelen stellen
Er zijn verschillende modellen om doelen scherp te stellen, of steviger te maken.
Het NLP-handmodel geeft 5 criteria mee om doelen te onderzoeken aan de hand van de vingers op je hand.
De 5 criteria
Duim – Positief geformuleerd
Een doel kan ergens van weggaan:
‘Ik wil stoppen met roken.’
‘Ik wil minder stress.’
‘Ik wil niet meer over mijn grenzen laten gaan.’
Dat is een negatief geformuleerd doel, gericht op wat je niet of minder wil.
Maar als je ergens van weggaat, waar ga je dan naartoe? Positief formuleren is aandacht besteden aan waar het dan wel naartoe gaat:
‘Als je niet meer rookt, wat doe je dan in de plaats?’
‘Als je minder stress hebt, wat heb je dan meer?’
‘Wat doe je dan in plaats van over je grenzen te laten gaan?’
Dus het gaat niet over leuk of positief van inhoud, maar positief in de zin van wat je wel of meer wil.
Wijsvinger – Specifiek en contextgebonden
Veel doelen zijn nogal vaag:
‘Ik wil minder stress.’
‘Ik wil niet meer over mijn grenzen gaan.’
‘Ik wil een eigen bedrijf.’
Een coach onderzoekt hoe dat er precies moet uitzien, bij wie, waar, wanneer (niet)…
‘Waar wil je minder stress?’
‘Wat geeft je allemaal stress?’
‘Wat betekent stress precies voor jou?’
‘Wanneer laat je over je grenzen gaan?’
‘Bij wie heb je daar vooral last van?’
‘Hoe vaak laat je over je grenzen gaan?’
‘Wat voor bedrijf?’
‘Tegen wanneer?’
‘Wat heb je nu al?’
Middenvinger – Eigen controle
Een doel heeft stukken waar je zelf 100% controle over hebt. En andere waarvoor je afhangt van anderen, of de omstandigheden.
‘Ik wil een betere relatie.’
‘Ik wil een succesvol bedrijf.’
‘Ik wil promotie.’
Als doelen dan niet gehaald worden ondanks grote inspanningen, is dat demotiverend. Daarom willen we ons in coaching enkel focussen op wat de persoon zelf kan:
‘Wat kan jij zelf doen voor een betere relatie?’
‘Welke stappen kan je zetten om succesvol te worden?’
‘Wat is jouw aandeel in het krijgen van promotie?’
Ringvinger – Ecologie
Er is altijd steun en/of weerstand uit de omgeving bij bepaalde doelen. Wie staat niet te wachten op jouw nieuwe doel? Dat kan actief of passief zijn. Het ontbreken van steun kan ook al aanvoelen als een last, bijvoorbeeld als je partner iets zegt zoals: ‘Als het echt moet, doe maar. Maar ik ga de brokken niet opruimen…’
Steun en weerstand spelen extern (andere mensen, de omgeving) en innerlijk (onze stemmen, ervaringen, overtuigingen).
De coach onderzoekt welk gewicht de coachee meedraagt rond dat doel. En hoeveel ruggesteun er is om ervoor te gaan.
‘Wie staat niet te wachten op die verandering?’
‘Wie doe je daar geen plezier mee?’
‘Wat houdt je nog tegen?’
‘Op wiens toestemming wacht je nog?’
‘Wat is de kost van die verandering?’
‘Wie maak je trots wanneer je dat doet?’
‘Wie is er mee in je beweging?’
‘Bij wie kan je aansluiten?’
Pink – Maak het zintuiglijk
Hoe meer we het kunnen voelen in ons lijf, hoe meer we het kunnen belichamen. We herinneren ons wat emotioneel raakt, dat geldt ook bij doelen.
Vraag aan je coachee:
‘Wat voor beeld hoort daarbij?’
‘Wat voel je dan in je lijf?’
‘Als het een soundtrack had, welke zou dat zijn?’
‘Welke stemmetjes spreken dan in jou?’
‘Welke smaak/geur heeft dat?’
Responses